In de afgelopen jaren is de ontwijking van erfbelasting in Nederland aanzienlijk toegenomen. Uit recente cijfers blijkt dat het percentage van het nagelaten vermogen waarvoor geen aangifte wordt gedaan, is gestegen van 22,2% in 2011 naar maar liefst 39,2% in 2021. Dit betekent dat een steeds groter deel van het vermogen dat wordt nagelaten bij overlijden, niet wordt belast. Ondanks een stijging van het totaal nagelaten vermogen, blijven de belastinginkomsten voor de overheid achter. Hoe komt dit, en wat kan eraan gedaan worden?
Wat is erfbelasting en waarom is het belangrijk?
Erfbelasting is een belasting die wordt geheven over het vermogen dat iemand nalaat na zijn of haar overlijden. Deze belasting zorgt ervoor dat de overheid inkomsten genereert uit vermogen dat door erfenissen wordt doorgegeven. Het idee is dat iedereen eerlijk bijdraagt aan de samenleving, ook bij de overdracht van rijkdom van de ene generatie op de andere.
Wat zegt de data?
Uit gegevens blijkt dat het totale nagelaten vermogen tussen 2007 en 2021 met 85,8% is gestegen. Je zou verwachten dat de belastinginkomsten ook zouden toenemen, maar dat is niet het geval. In plaats daarvan zijn de inkomsten uit erfbelasting gedaald van €1,7 miljard in 2007 naar €1,6 miljard in 2021.
Een deel van deze daling kan worden verklaard door een wetswijziging in 2010, waarbij de tarieven voor erfbelasting werden verlaagd en de vrijstellingsbedragen werden verhoogd. Hierdoor hoefde minder vermogen te worden opgegeven voor belastingheffing. Maar zelfs na deze wetswijziging bleef het percentage niet-aangegeven vermogen gestaag stijgen.
Meer vrijstellingen of meer ontwijking?
De staatssecretaris van Financiën suggereerde dat de toename van het niet-aangegeven vermogen mogelijk te wijten is aan een slimmer gebruik van vrijstellingen. Vrijstellingen zijn bedragen die bepaalde erfgenamen, zoals partners en kinderen, niet hoeven op te geven voor belasting. Als meer vermogen naar naaste familieleden of goede doelen wordt nagelaten, waarvoor hoge vrijstellingen gelden, zou dit kunnen verklaren dat minder nalatenschappen worden opgegeven.
Echter, de gegevens tonen aan dat de toename in het gebruik van vrijstellingen slechts een klein deel van de stijging verklaart. De gemiddelde vrijstellingsruimte voor partners en (klein)kinderen groeide tussen 2011 en 2021 slechts met 2,1%. Dit is te weinig om de sterke stijging van het niet-aangegeven vermogen te rechtvaardigen. Het overgrote deel van de toename moet daarom worden toegeschreven aan belastingontwijking.
Hoe kunnen we belastingontwijking aanpakken?
Om de groeiende belastingontwijking tegen te gaan, zijn er verschillende maatregelen die overwogen kunnen worden:
- Verleng de termijn voor belastingcontrole: Op dit moment heeft de Belastingdienst vijf jaar de tijd om een aangifte erfbelasting te controleren. Door deze termijn te verlengen naar bijvoorbeeld zeven jaar, krijgt de fiscus meer tijd om nalatenschappen te onderzoeken. Dit kan het risico op belastingontwijking verminderen.
- Verplichte aangifte van alle nalatenschappen: Op dit moment hoeven erfgenamen alleen aangifte te doen als hun erfenis boven de vrijstellingsgrens valt. Door een aangifteplicht voor alle nalatenschappen in te voeren, ook als deze onder de vrijstellingsgrens liggen, kan de Belastingdienst beter controleren of erfgenamen hun vermogen eerlijk hebben opgegeven. Daarnaast kan dit helpen om meer inzicht te krijgen in de ontwikkeling van erfenissen en geërfd kapitaal, wat de basis kan vormen voor toekomstig beleid.
- Versterk de capaciteit van de Belastingdienst: De onderbezetting bij de Belastingdienst draagt waarschijnlijk bij aan het probleem. In 2021 waren er ruim 4.800 minder fulltime medewerkers dan in 2011. Terwijl het aantal nalatenschappen en het nagelaten vermogen toenam, moest de Belastingdienst met minder mensen meer werk verrichten. Een betere bezetting zou de controle op erfbelasting kunnen verbeteren en ontwijking moeilijker maken.
Conclusie
Erfbelasting speelt een belangrijke rol in een eerlijke verdeling van rijkdom binnen de samenleving, maar het systeem wordt steeds meer ondermijnd door ontwijking. Hoewel het gebruik van vrijstellingen een deel van het probleem verklaart, is het duidelijk dat belastingontwijking een groot deel van het niet-aangegeven vermogen veroorzaakt. Door de controle te verbeteren en verplichte aangifte in te voeren, kan de overheid deze ontwijking terugdringen en zorgen voor een eerlijke belastingheffing op erfenissen.
De overheid staat voor de taak om de balans te herstellen en ervoor te zorgen dat belastingontwijking wordt tegengegaan. Dit is niet alleen belangrijk voor de belastinginkomsten, maar ook voor de transparantie en het vertrouwen in het fiscale systeem.
Alternatief: Afschaffing van de erfbelasting
Hoewel de erfbelasting geen grote inkomstenbron is voor de Nederlandse overheid, pleiten sommige critici voor volledige afschaffing. Met jaarlijkse opbrengsten van ongeveer €1,5 tot €2 miljard is de bijdrage van de erf- en schenkbelasting relatief bescheiden in vergelijking met andere belastingen, zoals de inkomstenbelasting en btw. Voorstanders van afschaffing beargumenteren dat de erfbelasting inefficiënt is, moeilijk te handhaven, en een belasting vormt op vermogen dat al eerder is belast.
Door de erf- en schenkbelasting af te schaffen, zou de complexiteit van het systeem afnemen en zouden administratieve kosten kunnen worden verlaagd. Bovendien zou het de belastingdruk voor erfgenamen verminderen. Aan de andere kant zou afschaffing een belangrijke functie van de belasting wegnemen: het bevorderen van een eerlijke verdeling van vermogen en het voorkomen van grote vermogensconcentraties. De afweging tussen eenvoud en rechtvaardigheid blijft daarom centraal staan in het debat over de erfbelasting.
Bron, ESB, economisch statistische berichten:
https://esb.nu/erfbelasting-wordt-steeds-meer-ontweken/